zaterdag 16 april 2011

Praten

Vorige week ben ik naar een lezing over de ziekte van Parkinson geweest die georganiseerd werd door de Stichting vrijwillige zorgverlening. Voor deze stichting werk ik een paar uurtjes per week als vrijwilligster in de mantelzorg. De lezing werd gegeven door een 73 jarige man die zelf al jaren aan de ziekte van Parkinson lijdt. Erg indrukwekkend en erg knap. Ik ben naar deze lezing toegegaan omdat ik zelf een aantal familieleden heb die aan deze ziekte lijden. Tijdens deze lezing vielen voor mij dan ook een aantal puzzelstukjes op zijn plaats, dingen die je opvallen maar waar je niet over praat (waarom eigenlijk niet?). In het informatieboekje dat we meekregen stond onderstaand gedicht, zo herkenbaar!

Ik moet eens met je praten liefste
Over mijn gezicht
Dat lijkt soms zo gesloten
Maar toch ben ik niet dicht
Het lijkt soms chagrijnig
Maar vaak is dat niet waar
Het is mijn parkinsongezicht
Het is mijn masker maar.
De spieren van mijn kaken
Trekken mijn mond omlaag
En door dat treurige hoefijzer
Is het net alsof ik klaag
Maar toch is dat niet waar
Het is mijn parkinsongezicht
Dat stomme masker maar.
Dit moest ik je vertellen, liefste
Over mijn gezicht
Dat lijkt soms zo gesloten
Toch ben ik niet vaak dicht
Kijk liever naar mijn ogen
Of je ook lichtjes ziet
Dan lachen ze je tegen
En nergens is verdriet

Uit: Papaver, tijdschrift van de Parkinsonvereniging

2 opmerkingen:

  1. Een mooi gedicht Yvonne.Mijn vader ( die 3 jaar geleden gestorven is ), had ook Parkinson.Ik krijg er zowaar tranen van in mijn ogen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een supermooi gedicht zeg, en zo waar!!!!

    BeantwoordenVerwijderen